Is het je ook opgevallen? Sinds enige tijd staat de vijg weer in de belangstelling. De reden: deze zoete vrucht smaakt niet alleen geweldig, het is in veel recepten ook een geweldig alternatief voor gewone suiker. Maar wat zit er achter deze „vrucht der goden“? Let op – hier zijn onze 5 feiten over vijgen!

Feit 1: Vijgen kennen een bewogen geschiedenis

Ja, de gewone vijgenboom (ficus carica) is eigenlijk een van de oudste gecultiveerde planten. Reeds in de oudheid werd hij als een nuttige plant in het Middellandse Zeegebied gekweekt. Zelfs Aristoteles was een fan van de sappige vrucht, waarvan de schil zwart, paars, groen of zelfs geel van kleur kan zijn. En zelfs in de bijbel wordt de vijg genoemd. Dus als je binnenkort deze zoete lekkernij aan je muesli toevoegt, kun je je op een echt historisch ontbijt beroemen.

Feit 2: Gedroogd smaken ze heerlijk zoet

Een reden waarom vijgen zo populair zijn bij foodies, is hun zoetheid. Zeer rijpe vijgen en gedroogde vruchten smaken bijzonder zoet. Dat komt door hun fructosegehalte. Hoe donkerder de vrucht, hoe zoeter hij is. Gedroogde vijgen veranderen van vorm en zien er dan plat uit. En doordat er tijdens het drogen vocht verloren gaat, is ook de samenstelling van de voedingsstoffen in de vijg anders. Gedroogde vijgen bevatten meer koolhydraten en dus meer calorieën dan de verse variant. Als tussendoortje geven ze je daarom snel energie. Tip: U kunt bij het bakken gewone suiker vervangen door dezelfde hoeveelheid vijgen. Week de vruchten dan van tevoren in water en voeg ze vervolgens kleingesneden aan het deeg toe.

Feit 3: Vijgen zijn kwetsbaar 

Ga voorzichtig om met verse vijgen, want ze zijn kwetsbaar. De schil wordt vrij snel kapot gedrukt en wordt dan papperig. Neem daarom rijpe vijgen met een onbeschadigde schil. Als de vrucht bij zacht indrukken licht meegeeft, is hij perfect. Vijgen zijn ook erg blij als ze met zorg worden bewaard. Bij kamertemperatuur blijven ze namelijk maar ongeveer één dag goed en in de koelkast ongeveer twee dagen. Gedroogde vijgen zijn in het gebruik dus een stuk gemakkelijker.

Feit 4: Ze helpen ons lichaam bij het werk

Vijgen zijn rijk aan het mineraal kalium. In 100 gram vijgen zit ongeveer 250 milligram kalium. Kalium is een van de elektrolyten in het lichaam. Het meeste kalium in het lichaam zit in de cellen. We hebben kalium nodig voor het normaal functioneren van cellen, zenuwen en spieren. Een tekort aan kalium kan leiden tot hartklachten en storingen in de elektrolytenhuishouding. Naast kalium bevatten vijgen overigens tal van andere vitamines en mineralen, waaronder vitamine A, B-vitamines, magnesium en ijzer.

Feit 5: De schil is eetbaar en is goed voor de spijsvertering

Wat handig! Je kunt de schil van verse vijgen eten – de vrucht van tevoren wel even wassen. De meeste vitamines zitten vlak onder de schil, en die bevat veel vezels. Daarom vullen vijgen zo goed tussen de maaltijden door. Je kunt vijgen gewoon in zijn geheel eten of uitlepelen. Rauw, gaar of gekookt, ze smaken altijd heerlijk fruitig. Laat bij vijgen je creativiteit in de keuken de vrije loop! Wat dacht je bijvoorbeeld van onze bosbessen-snijbietsalade met zalm, of de ananas boeddha-bowl?

Heb jij vijgen ook al in je hart gesloten?

Jullie Dole team